Interview Pien Harms
‘Ik ben op een goed moment gekomen en ook op een goed moment weggegaan’.
“In het paleis zat asbest onder de vloeren, boven de plafonds, achter de wandbekleding”
“Het was eigenlijk de bedoeling om weg te gaan na de afronding van de Vernieuwing & Verbouwing.”
Wat vond je er eigenlijk van?
‘Het was leuker dan ik van tevoren had gedacht. Ook omdat ik op een andere manier kon bouwen, aan de organisatie bijvoorbeeld. Ik geloof in een eenkoppige directie met een sterk MT waarin specialisten zitting hebben. Zo heb je én meer slagkracht én meer draagvlak, want je steunt op deskundigen. Als je twee directeuren hebt, tik je bepaalde dingen soms te snel samen af. In de bouwperiode moest dat wel, er was geen tijd om iedereen te bevragen’.
Je greep ook inhoudelijk in.
‘Er stond een tentoonstelling geprogrammeerd die maar niet van de grond kwam. We vonden het gewoon niet goed genoeg, dat gevoel hadden de projectmedewerkers ook. Als algemeen directeur kun, nee móet je dan een beslissing nemen: we gaan wat anders doen. Zo kwamen we op Queens by Andy Warhol, de popartportretreeks van vier koninginnen, en de contextpresentatie Uitgelicht: koloniale kast. Allebei hadden ze een link met de actualiteit. Een van de geportretteerde vorstinnen, Margrethe van Denemarken, trad af, en er is volop discussie en reflectie over ons slavernijverleden. Bovendien konden we in beide tentoonstellingen onze eigen collectie over het voetlicht brengen’.
De nieuwe ruimte speelt hier een rol.
‘Zeker. Een van de voordelen van de uitbreiding is de flexibiliteit. Er is ruimte voor een grote tentoonstelling, maar ook voor drie kleine, of een kleine en een grotere. Eigenlijk is die carrousel verleden jaar gestart. De flexibiliteit was er wel, maar die werd nog niet benut. Ik vroeg me af, hoe blijf je maatschappelijk relevant tijdens een lange voorbereidingstijd van een tentoonstelling? En kun je snel reageren als er iets gebeurt wat het museum inhoudelijk raakt? Dat kan dus’.
Wat is Paleis Het Loo voor een museum, anno 2025?
‘Het is een museum met heel veel potentie om door te groeien. Het is van een organisatie die veelal achter de feiten aanliep veranderd in eentje die vooroploopt, een museum met alles erop en eraan. Het ziet er zo prachtig uit en het is zo goed gelukt. Als je op het voorplein staat zie je de uitbreiding die de façade van het paleis ongemoeid laat. Een wereld van verschil’.
En de toekomst?
‘Inhoudelijk zou het museum nog stappen kunnen zetten. Met meer lef programmeren, gericht op de actualiteit. En onderwerpen en thema’s belichten die zowel nationaal als internationaal interessant zijn voor een groot, breed en divers publiek. Ik roep al een tijdje dat we een groot museum zijn en ons daar naar moeten gedragen. En van Paleis Het Loo mag je ook verwachten dat het maatschappelijk relevant is en blijft’.
Tot slot. Wat is je het meest bijgebleven?
‘Van alles en heel veel. Ik heb een geweldige tijd gehad, ik mocht mij overal mee bemoeien. Het was once in a lifetime, zo een periode maak ik niet nog eens mee. De samenwerking met Michel, het projectbureau, de Raad van Toezicht, de OR, de collega’s en last but not least de vrijwilligers was optimaal en collegiaal. Ook daarom ben ik langer gebleven, vanwege de mensen. Ze verdienen een goede opvolger. En ook dát is gelukt’.
En toen kwam corona.
‘Ja, stel het je voor, we hadden net de horeca in eigen beheer genomen. Daar was ik een groot voorstander van en zag daarin veel kansen, anderen waren wat voorzichtiger. Alles was geregeld, we stonden als het ware klaar voor de start, en toen barstte de coronapandemie los. Dat was voor iedereen maar met name voor de horecacollega’s heel vervelend, denk aan de lockdowns en de coronamaatregelen. Maar ik ben heel blij dat de entourage van de restaurants en het eten en drinken zelf nu onderdeel zijn van een museumbezoek, net als een gastvrije ontvangst en goede service’.
Had corona effect op de bouw?
‘In het begin was het afwachten, we wisten natuurlijk niet wat we nu weten. Toen een van de bouwvakkers besmet raakte, vroegen we ons af, wat betekent dat eigenlijk? Voor de bouwvakkers, de bouw, voor de paleismedewerkers, vrijwilligers? Maar de bouw heeft nooit stilgelegen. Het is best bijzonder, een museale verbouwing redelijk binnen de planning en binnen de beschikbare budgetten, terwijl er bijna drie jaar een pandemie woedde’.
Je was in je laatste jaar algemeen directeur.
‘Het was eigenlijk de bedoeling om weg te gaan na de afronding van de Vernieuwing & Verbouwing. Iedereen wist dat ook, heb er nooit een geheim van gemaakt. Maar halverwege 2023 kreeg Michel een nieuwe baan. Toen dacht ik: we kunnen niet allebei weg, er moet er een blijven. En het was wel duidelijk dat ik dat zou zijn.’
Maar waarom wilde je aanvankelijk weggaan?
‘De huidige fase past niet echt bij me. De pioniers- en opbouwfases vind ik interessanter, met veel uitdagingen, energie en dynamiek. Natuurlijk zijn er problemen, maar het zoeken naar oplossingen, daar ga ik voor. Kijk, toen ik begon waren we met de voorbereidingen bezig, daarna reden de aannemers het terrein op, op een gegeven moment is het project af en ben je weer een museum. Weliswaar veel groter en heel anders, maar hoe gek dat ook mag klinken, voor mij zou het terug naar de oude en dus al bekende situatie zijn’.

Begonnen als zakelijk adjunct-directeur (a.i.) op een halfjaarcontract, daarna lange tijd zakelijk adjunct-directeur, vervolgens zakelijk directeur-bestuurder en eindigend als algemeen directeur (a.i.). Pien Harms nam op 30 oktober 2024 na twaalf jaar afscheid van Paleis Het Loo: ‘Ik ben op een goed moment gekomen en ook op een goed moment weggegaan’.
Even’ terug naar het begin.
‘Ik kwam in augustus 2012 als zakelijk adjunct-directeur ad interim in dienst bij Paleis Het Loo. Michel [van Maarseveen, directeur van 2012 tot 2023] was er pas een maand. Het museum stond er niet best voor. De organisatie was verouderd, er werd nauwelijks digitaal gewerkt, de verantwoordelijkheden lagen alleen bij de directie, daarbuiten had niemand een toegekend budget, noch een opgesteld jaarplan. En het activiteitenplan dat bij OCW was ingeleverd, was afgekeurd, de subsidies liepen gevaar. Je zou zeggen, waar begin je aan, maar het was voor ons juist een goede start, want voor 1 november moest er een nieuw beleidsplan liggen. Dan kun je dus meteen de lijnen uitzetten, bepalen waar Paleis Het Loo naartoe moest’.
Er was nog een probleem: het bestemmingsplan.
‘We kregen al snel een gemeenteambtenaar op bezoek. Die vertelde dat er een actualisatie van het bestemmingsplan ophanden was. Dat betekende allerlei restricties, bijvoorbeeld een maximaal aantal bezoekers per evenement. We gingen niet akkoord, het botste ook nog eens met de vereisten van OCW, namelijk meer cultureel ondernemen, meer en ook ander publiek trekken en het organiseren van maatschappelijk relevante activiteiten. We stelden daarom een ontwikkelingsgericht bestemmingsplan voor, waarin ook ruimte was voor bouwen en verbouwen’.
Je bedoelt de Vernieuwing & Verbouwing?
‘Ja, maar we dachten nog niet in die omvang. Dat had een andere, nogal dwingende aanleiding. In het paleis zat asbest onder de vloeren, boven de plafonds, achter de wandbekleding. Dat moest er van overheidswege uit. Omdat het museum tijdens de asbestsanering voor het publiek gesloten zou zijn, kwamen grotere verbouw- en nieuwbouwplannen op. Maar door de groeiende bezoekersaantallen hadden we sowieso drastische maatregelen moeten treffen. Er waren overal beperkingen en voorzieningen zoals de toiletten, klimaatinstallaties en de ruimtes voor tijdelijke tentoonstellingen waren verouderd of te klein’.
Nooit zorgen gehad over de omvang of de dekking?
‘Nee. Omdat we een heel solide financiële huishouding hadden. De gesprekken met OCW en andere steekhouders pakten steeds goed uit voor het museum, ik heb me nooit zorgen gemaakt over het geld, dat was gewoon goed geborgd. Veel mensen zeiden tegen me, ‘‘jeetje wat een groot project’’, maar dat gevoel had ik helemaal niet. Het moest gewoon gebeuren. Maar toen we na een dik jaar op het laagste punt stonden, onder het Corps de Logis, tien meter diep onder waar eerst het voorplein was … en ik keek naar links en rechts en zag wat er allemaal aan volume bij zou komen, toen voelde ik de grootte en impact van het project’.